top of page
175 Jaar tussen traditie en innovatie

 

Het Gemengd Ceciliakoor heeft decennialang een rol van betekenis gespeeld in de parochie Sint-Jan van Tervuren; meer nog, op zijn hoogtepunt was het een begrip in het Tervuurse verenigingsleven in het algemeen. Dit koor werd gesplitst in 2006 in het kerkkoor Sint-Cecilia en het profaan koor Furacante.

 

Het verhaal over 175 jaar koorgeschiedenis in Tervuren is gekruid met veel verrassende wendingen. Dit hangt zeker nauw samen met het feit dat maatschappij en cultuur in de loop der jaren sterk zijn geëvolueerd, gemoderniseerd en gespecialiseerd.  

 

Dat in deze bewegende context de eeuwenoude koorzang in het algemeen heeft stand gehouden is merkwaardig. 

 

Dat ook de kerkkoorzang die evolutie heeft getrotseerd is nog meer opvallend.

 

Wanneer juist het Ceciliakoor werd opgericht is niet bekend. De opeenvolgende jubileumvieringen verwijzen steevast naar het jaar 1845.  Wijlen eredeken Jules Egied Davidts (1886-1987), pastoor te Tervuren van 1940 tot 1967, ontdekte inderdaad dat er vanaf 1845 ieder jaar een wedde voor koorzangers als vaste uitgave stond ingeschreven in de rekeningen van de kerkfabriek.

​

In het familiearchief Berden werden partituren gevonden die dateren van 1869 en later.  In die tijd bestond het koor uitsluitend uit mannen en het was de koster-organist die dirigeerde.


In 1903 werd Jozef Vandamme aangesteld tot koster-organist.  In datzelfde jaar vaardigde paus Pius X zijn ‘Motu Propio’ uit ter regeling van de kerkzang.  De ietwat pompeuze missen werden vervangen door polyfonie, een zangvorm die in de kerk meer tot haar recht kwam.  Ingevolge de pauselijke richtlijn vond het gregoriaans ook meer en meer ingang.

​

Ook toen reeds werd het jaarlijkse Ceciliafeest met enige luister gevierd.

Het was een mannenkoor met grote mogelijkheden maar met een beperkt repertoire: 2 tweestemmige missen, 3 motetten voor het lof iedere zondag en het ‘Kyriale’ van de 8ste mis.


Uit die periode dateert de beruchte zangersstaking omdat de toenmalige pastoor, Maximiliaan Rooses (1870-1952), parochiepastoor tussen 1915 en 1940, weigerde zijn zangers te trakteren op een vaatje bier.  Deze anekdote werd achteraf door Ernest Claes verwerkt in zijn ‘Pastoor Munte’.

​

De mobilisatieperikelen van vóór 1940 zetten de kooractiviteiten op een zeer laag pitje.

​

Op 10 mei 1940 brak WO II uit.  Pastoor Davidts negeerde het evacuatiebevel en bleef op zijn post.  De koster daarentegen vluchtte met andere dorpsgenoten naar vermeende veiliger oorden.

​

Omdat de koster wegbleef werd een beroep gedaan op Maria Berden, om met enkele leden van het vrouwenkoor, dat sinds 1934 bestond in de schoot van de Vrouwenbond van het Heilig Hart, de diensten vocaal te verzorgen.

​

Wanneer alles terug min of meer normaal was, staken enkele zangers, aangemoedigd door pastoor Davidts, de hoofden bij elkaar en er werd een hervormd koor opgericht, officieel het Sint-Ceciliakoor. Gedurende de oorlogsjaren werd alleen muziek gespeeld in de kerk.  


Na de oorlog bereikten vrouwen- en mannenkoor een behoorlijk peil, al was gemengd zingen op het doksaal verboden.  Beide koren zongen wel samen beneden bij speciale gelegenheden.


In 1947 werd voor het eerst de mis van Peter Benoit uitgevoerd, ter gelegenheid van het 105-jarig bestaan van de Koninklijke Harmonie, waarover Jef Berden ook de leiding had.

​

Op 14 maart 1965 nam het Ceciliakoor deel aan de activiteiten van het ‘Koor zonder Naam’, onder leiding van E.H. Georges De Kock, en trad in dit verband ook op in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.

​

Op 29 januari 1971 gebeurde wat in de sterren geschreven stond: de fusie van beide koren werd officieel vastgelegd en het Gemengd Ceciliakoor Tervuren werd boven de doopvont gehouden.

​

Het pasgeboren Gemengd Ceciliakoor verwierf in korte tijd een stevige reputatie, niet alleen in kerkelijk verband maar ook daarbuiten.

​

De muzikale opluistering van de kerkdiensten bleef de basisactiviteit van het koor, met de kerkelijke feestdagen als pijlers en hoogtepunten: Kerstmis, Pasen, O.L.H.-Hemelvaart, Pinksteren, O.L.V.-Tenhemelopneming, de Hubertusviering, Allerheiligen en het Ceciliafeest. Op die feestdagen werden meestal vierstemmige missen opgevoerd en de keuze was groot.  

​

Later zou een groepje mannen zich bekwamen in de ‘Missa pro Defundis’, die in alle uitvaarplechtigheden werd gezongen. Die groep kreeg de toepasselijke naam van Zwartzangers. 

​

In de jaren 1980 verleende het koor ook zijn medewerking van de parochiale Sint-Jansfeesten. Het succes van het koor vertaalde zich eveneens in een stijgend aantal zingende leden, ereleden, steunende leden en sympathisanten.  

1980 werd uitgeroepen tot  jubileumjaar ‘135 jaar koor in Tervuren’.  Op 1 juni 1980 werd de viering in de Sint-Janskerk geopend met de ‘Missa Pacis’ van Remi Ghesquière.

 

Tot circa eind 1992 kon het koor zijn eigen gangen gaan op de religieuze vieringen: het kon zeer autonoom optreden met een uitgesproken voorkeur voor de vierstemmige koorzang bij de kerkelijke feestdagen.  

​

Begin 1993 werd een liturgische ‘revival’ gelanceerd met een aantal nieuwe initiatieven, zoals:


- aanleren en uitvoeren van meer aangepaste psalmen tijdens de misvieringen;
- het uitdrukkelijke promoten van de volkszang met het koor als voorzanger;
- het beneden zingen, elke eerste zondag van de maand;
- het organiseren van open zangstonden.

​

Er werd ook aan actieve ledenwerving gedaan door het organiseren van open repetitienamiddagen en publiciteit via oproepen in plaatselijke tijdschriften en kranten; daarbij werd telkens benadrukt dat het Ceciliakoor veel meer was dan uitsluitend kerkkoor.

​

Dit dubbelbeleid kon ongestoord gedijen tot circa 1993, het jaar waarin de liturgische vernieuwingsbeweging van start ging.  Maar tijdsgeest, omstandigheden en personen zelf evolueren met de jaren.

 

Medio 2008 werd Jan Herinckx de nieuwe parochiepastoor en het nieuwe kerkkoor vond in hem een zeer toegankelijk en koorminnend iemand die een goede relatie nastreefde.

​

De aanstelling van één vaste dirigent voor alle repetities en uitvoeringen bracht meer stabiliteit en homogeniteit en het Ceciliakoor evolueerde terug naar een volwaardig vierstemmig kerkkoor.

​

In 2012 en 2013 trad het koor op als voorzanger van de volkssamenzang ‘Vlaanderen zingt Kerst’, een initiatief van Davidsfonds-nationaal.

Ook buiten de kerk liet en laat het parochiekoor Sint-Cecilia zich niet onbetuigd, met de bedoeling de wederopstanding te bevestigen en de bekendheid aan te zwengelen. 


Het jaarlijks Ceciliafeest wordt zoals van oudsher, ingezet met een eucharistieviering.  Bij die gelegenheid worden leden die 25 of 50 jaar kerkzang op hun actief hebben, het zilveren of gouden Sint-Romboutskruis opgespeld, een erkenning voor bewezen diensten toegekend door het aartsbisdom Mechelen-Brussel. 

​

In 2006 werd de splitsing van het Gemengd Ceciliakoor Tervuren als pijnlijk ervaren en door sommigen beschouwd als de doodsteek van de kerkkoorzang; die doemdenkers hebben ongelijk gekregen: Tervuren leeft, Tervuren zingt in en buiten de kerk …

​

Dit verhaal moge in de toekomst nog een lang vervolg kennen, een ‘never ending story’ worden...

cecilia_LOG_flamewhitetransp.png
Cecilia_SETUP_001.jpg
bottom of page